Mag de politie uw voertuig doorzoeken bij een verkeerscontrole?

Stel u voor: u rijdt rustig over de weg, genietend van uw rit, wanneer plotseling de politie u aan de kant zet voor een verkeerscontrole. Terwijl u uw papieren zoekt, schiet plots de vraag door uw hoofd: kunnen ze zomaar mijn voertuig doorzoeken?

In dit artikel leggen we duidelijk uit wat de Belgische wetgeving hierover zegt en wanneer de politie uw voertuig mag doorzoeken.

Wat zegt de Belgische wetgeving?

De bevoegdheid van de politie om voertuigen te doorzoeken tijdens verkeerscontroles is vastgelegd in artikel 29 van de Wet op het Politieambt (WPA).

Volgens dit artikel mag de politie een voertuig doorzoeken als er redelijke gronden zijn om te vermoeden dat het voertuig:

• Gebruikt werd, wordt gebruikt, of gebruikt zal worden om een misdrijf te plegen;
• Een schuilplaats of vervoermiddel biedt aan opgespoorde personen of personen die aan een identiteitscontrole willen ontsnappen;
• Gevaarlijke voorwerpen, overtuigingsstukken of bewijsmateriaal in verband met een misdrijf vervoert.

Daarnaast kan de politie ook overgaan tot een doorzoeking wanneer de bestuurder weigert te laten controleren of zijn voertuig voldoet aan de wettelijke vereisten. Het doorzoeken van een voertuig mag echter nooit langer duren dan strikt noodzakelijk is. In het kader van bestuurlijke politieopdrachten mag een voertuig maximaal één uur worden opgehouden.

Bij voertuigen die permanent als woning zijn ingericht en op dat moment daadwerkelijk als woning worden gebruikt, wordt een doorzoeking gelijkgesteld met een huiszoeking, wat betekent dat strengere regels van toepassing zijn.

Wat zijn ‘redelijke gronden’?

De politie kan niet zomaar op elk moment uw voertuig doorzoeken. Ze moeten redelijke gronden hebben, die gebaseerd kunnen zijn op:

• Verdacht gedrag van bestuurder of passagiers: Als de politie opmerkt dat u of uw passagiers zich verdacht gedragen, kan dit aanleiding zijn om uw voertuig te doorzoeken.
• Materiële aanwijzingen: Bijvoorbeeld als uw voertuig overeenkomt met de beschrijving van een voertuig dat in verband wordt gebracht met een misdrijf.
• Omstandigheden van tijd of plaats: De locatie waar uw voertuig zich bevindt (bijvoorbeeld in een buurt waar recentelijk misdrijven zijn gepleegd) kan ook als redelijke grond gelden.

Het is belangrijk te weten dat de politie niet willekeurig voertuigen kan doorzoeken. De redelijke gronden moeten duidelijk worden omschreven en gedocumenteerd in het proces-verbaal. Deze waarborg stelt de rechtbank in staat om later te beoordelen of de doorzoeking rechtmatig was.