Het vredegerecht
Het vredegerecht, een cruciaal onderdeel van de rechterlijke macht, fungeert als tribunaal voor de meest eenvoudige geschillen van burgerlijke aard. Deze geschillen, die van privaat karakter zijn, omvatten onder andere ruzies tussen buren, geschillen tussen huurders en verhuurders, en kwesties met betrekking tot de bescherming van personen.
In dit artikel verkennen we de functies en bevoegdheden van het vredegerecht in België.
Structuur en rol
Er bestaat één vredegerecht per gerechtelijk kanton, wat een groepering van verschillende gemeenten inhoudt. In totaal zijn er 163 gerechtelijke kantons en dus ook 163 vredegerechten in België.
Het vredegerecht wordt voorgezeten door de vrederechter, de enige magistraat die zetelt in het vredegerecht. Bij zijn taken wordt de vrederechter bijgestaan door de griffie, die een aantal administratieve taken op zich neemt.
De vrederechter presenteert zijn oordeel in de vorm van een vonnis.
Bevoegdheden van het vredegerecht
Algemene bevoegdheid
De algemene bevoegdheid van het vredegerecht omvat de behandeling van een breed scala aan burgerlijke vorderingen, zolang het bedrag niet meer dan 5.000,00 euro bedraagt. Deze bevoegdheid geldt tenzij de vordering onder de competentie van een andere rechtbank valt, zoals bepaald in artikel 590 van het Gerechtelijk Wetboek.
Bijzondere bevoegdheid
Het vredegerecht heeft ook bijzondere bevoegdheden, waarbij het specifieke typen zaken behandelt op basis van het onderwerp of de aard van het geschil, ongeacht het bedrag van de vordering. Voorbeelden hiervan zijn huurgeschillen en geschillen voortkomend uit mede-eigendom, zoals vastgelegd in artikel 591 van het Gerechtelijk Wetboek.
Uitsluitende bevoegdheid
Met uitsluitende bevoegdheid heeft het vredegerecht het exclusieve recht om te oordelen over bepaalde geschillen. De specifieke gevallen waarin het vredegerecht exclusieve bevoegdheid heeft, zijn vastgelegd in hoofdstuk III van het Gerechtelijk Wetboek. Een voorbeeld hiervan is de verzegeling en aanstelling van sekwesters.
Rechtsmiddelen tegen uitspraken van het vredegerecht
Tegen een uitspraak van de vrederechter kunnen verschillende rechtsmiddelen worden ingezet, afhankelijk van de situatie.
Hoger beroep
Binnen een termijn van één maand na betekening van het vonnis kan men hoger beroep aantekenen tegen de beslissing van de vrederechter. In dit geval wordt de zaak opnieuw behandeld door een andere rechtbank, op voorwaarde dat het geschil een minimumwaarde van 2.000 euro heeft, zoals bepaald in artikel 617 van het Gerechtelijk Wetboek.
Cassatieberoep
Binnen een termijn van drie maanden na de betekening van de beslissing kan cassatieberoep worden ingesteld tegen arresten van hoven van beroep en vonnissen in laatste aanleg van rechtbanken van eerste aanleg, rechtbanken van koophandel en vredegerechten. Cassatieberoep is doorgaans alleen mogelijk tegen eindbeslissingen en na het eindvonnis tegen beslissingen alvorens recht te doen.
De informatie via evocaat.be verstrekt is geen juridisch advies over specifieke juridische problemen. Evocaat.be is niet verantwoordelijk of aansprakelijk voor enige schade die veroorzaakt wordt door gebruik van deze informatie. Voor persoonlijk juridisch advies dient u een advocaat te contacteren.