Rekening te laat betaalt? Wanneer mag een onderneming interesten en bijkomende kosten aanrekenen?

Met ingang van 1 december 2023 worden er nieuwe regels van kracht met betrekking tot betalingsachterstanden in België.

Deze regels zijn bedoeld om de bescherming van schuldenaars te versterken en om eerlijke praktijken in het bedrijfsleven te bevorderen. Hieronder vindt u een overzicht van de belangrijkste wijzigingen en vereisten.

De gratis herinnering

Als u een schuld heeft bij een onderneming, is deze verplicht u een gratis herinnering te sturen alvorens een schadevergoeding en nalatigheidsinteresten (ook wel verwijlinteresten) aangerekend kunnen worden.

Deze herinnering moet schriftelijk of via een duurzame drager worden verstrekt en moet minimaal de volgende informatie bevatten:

• 1° het verschuldigde saldo en het bedrag van het schadebeding dat zal worden geëist bij niet-betaling binnen de termijn van veertien kalenderdagen;
• 2° de naam of de benaming, en het ondernemingsnummer van de onderneming die schuldeiser is;
• 3° een beschrijving van het product dat de schuld heeft doen ontstaan, alsook de datum van opeisbaarheid van deze schuld;
• 4° de termijn waarbinnen de schuld moet terugbetaald worden vooraleer enige kost, interesten of vergoedingen mogen worden gevorderd.

Wachttermijn van 14 dagen

Na de verzending van de herinnering moet de onderneming in principe ten minste 14 kalenderdagen wachten voordat zij een schadevergoeding of verwijlintresten in rekening mag brengen.

De termijn van 14 dagen begint te lopen vanaf:

• De eerste dag volgend op de dag van verzending bij verzending door middel van een duurzame drager. 
• De derde werkdag volgend op de dag van verzending bij verzending per post.

De termijn van 14 dagen wordt gezien als voldoende termijn om uw een betaling alsnog uit te voeren en uw betaalachterstand recht te zetten. 

Let op! Het is aan de onderneming om te bewijzen dat zij de regelgeving betreffende het correct versturen van een herinnering correct naleefde. Enige clausule waarin een onderneming stelt af te mogen wijken van de wettelijke verplichtingen is nietig en heeft bijgevolg geen uitwerking. 

Schadevergoeding en verwijlinteresten

Betaalt u niet binnen de overeengekomen termijn, dan kan de onderneming een forfaitaire vergoeding eisen en, eveneens, verwijlinteresten aanrekenen. 

Verwijlintresten

De verwijlintresten mogen niet hoger zijn dan de referentie-interestvoet plus acht procentpunten. Op heden bedraagt de maximale interestvoet 12%. Deze interesten worden berekend op het nog te betalen (hoofd)bedrag.

Een onderneming die valt onder de categorie kmo kan verwijlinteresten te laten lopen vanaf de kalenderdag die volgt op de dag waarop de herinnering aan de consument wordt verzonden. Alle andere ondernemingen mogen slechts verwijlinteresten aanrekenen vanaf de dag die volgt op de wachttermijn van minimum 14 dagen. 

Forfaitaire vergoeding

Buiten verwijlinteresten, kan de onderneming ook een forfaitaire vergoeding vragen voor de geleden schade. Dit is slechts mogelijk indien de mogelijkheid tot het verkrijgen van een vergoeding werd opgenomen in de overeenkomst. 

Het bedrag van de forfaitaire vergoeding mag niet hoger zijn dan:

• €20 als het verschuldigde saldo lager dan of gelijk is aan €150.
• €30 plus 10% van het verschuldigde bedrag tussen €150,01 en €500.
• €65 plus 5% van het verschuldigde bedrag boven €500, met een maximum van €2.000.

Uiteraard dient de gevraagde vergoeding wel in verhouding te staan met de geleden schade. Indien dit niet het geval is, kan de rechter oordelen over de opeisbaarheid van de vergoeding. 

Enkele uitzonderingen

Voor overeenkomsten met periodieke betalingen, zoals abonnementen op tijdschriften of de fitness moet een onderneming driemaal per jaar kosteloos een herinnering sturen in geval van niet-betaling op drie verschillende vervaldagen. Extra herinneringen mogen niet meer dan €7,50 per herinnering bedragen, plus geldende portkosten.

Daarnaast zijn er specifieke regels van toepassing op bepaalde overeenkomsten, waaronder energieovereenkomsten, telecomovereenkomsten en waterleveringsovereenkomsten.