Het omgangsrecht: kan een ouder het contact met zijn/haar kind verbieden?

U bent een grootouder, broer, zus of iemand anders die altijd een warme en hechte band heeft gehad met een kind. Maar door bepaalde omstandigheden, zoals een scheiding of een conflict, beslist de ouder die het gezag heeft plots dat u geen contact meer mag hebben met het kind.

Het omgangsrecht biedt u een wettelijke mogelijkheid om alsnog persoonlijk contact met het kind te behouden.

Wat is het omgangsrecht?

Het omgangsrecht is het recht van een persoon op persoonlijk contact met een minderjarig kind, ongeacht de wijze waarop het contact plaatsvindt. 

Het recht kan betekenen dat een persoon een kind mag bezoeken, een kind thuis mag ontvangen, met een kind mag bellen, met een kind mag afspreken of elke andere vorm van persoonlijk contact.

Volgens Art. 375 van het Oud Burgerlijk Wetboek kunnen volgende personen aanspraak maken op het omgangsrecht:

De grootouders hebben het recht persoonlijk contact met het kind te onderhouden. Alle broers en zussen hebben op elke leeftijd het recht persoonlijk contact met elkaar te onderhouden. Datzelfde recht kan aan ieder ander persoon worden toegekend, indien hij aantoont dat hij met het kind een bijzondere affectieve band heeft.

Een bijzondere affectieve band 

In het kader van omgangsrecht kan een bijzondere affectieve band tussen een volwassene en een kind verwijzen naar een uitzonderlijk sterke emotionele connectie die verder gaat dan de gebruikelijke personenrelatie. Deze band kan ontstaan door gedeelde ervaringen, tijd en aandacht die de volwassene aan het kind besteedt, enzovoort.

Het gaat hierbij niet noodzakelijk om een familielid, maar om iemand die een diepgaande zorg en betrokkenheid voor het welzijn van het kind voelt.

De afwingbaarheid van het omgangsrecht

In vele gevallen moet het omgangsrecht worden afgedwongen omdat de ouder die het ourderlijk gezag uitoefent het contact tussen diens kind en de omgangsgerechtigde weigert.

In dit geval is het aan de familierechtbank om uitspraak te doen over de toepassing van het omgangsrecht in het belang van het kind. De familierechtbank weigert de uitoefening van het recht op persoonlijk contact enkel als de uitoefening van het recht ingaat tegen het belang van het kind.

Indien het omgangsrecht na rechterlijke beslissing niet wordt gerespecteerd, kan dit gedwongen worden uitgevoerd.