Mag u gevonden voorwerpen houden?

In het dagelijks leven kan het gebeuren dat u een voorwerp vindt en zich afvraagt: mag ik dit houden als niemand het komt opeisen? Het antwoord op deze vraag is te vinden in het Belgische recht. Het Burgerlijk Wetboek beschrijft in artikel 3.58 tot 3.60 de rechten en plichten van de vinder van een roerende zaak, zoals een verloren telefoon, een sieraad, of een portemonnee.
In dit artikel leggen we stap voor stap uit wat u als vinder moet doen en of u uiteindelijk eigenaar kunt worden van het gevonden voorwerp.


De verplichtingen van de vinder: redelijke pogingen en aangifte

Als u een voorwerp vindt, bent u volgens artikel 3.58 van het Burgerlijk Wetboek verplicht om redelijke pogingen te doen om de eigenaar terug te vinden. Dit betekent dat u actief moet proberen de eigenaar op te sporen. 

Lukt het niet om de eigenaar binnen een redelijke termijn te vinden, dan moet u binnen zeven dagen na de vondst aangifte doen bij een gemeente naar keuze. De gemeente registreert het voorwerp in een speciaal register. Als de eigenaar bekend is, zal de gemeente deze per aangetekende brief uitnodigen om het voorwerp op te halen. Dit moet binnen een maand na de aangifte gebeuren.


Bewaring van het gevonden voorwerp

Als vinder kunt u ervoor kiezen om het gevonden voorwerp zelf te bewaren of dit over te laten aan de gemeente. Of u het nu zelf bewaart of de gemeente dit doet, degene die het voorwerp bewaart, is aansprakelijk voor het behoud ervan. Dit betekent dat u ervoor moet zorgen dat het voorwerp niet beschadigd raakt of verloren gaat.


Wat gebeurt er na zes maanden?

Na zes maanden mag de vinder, of de gemeente die het voorwerp bewaart, over het voorwerp beschikken, mits er te goeder trouw is gehandeld en de eigenaar zich niet heeft gemeld. Dit betekent dat u na deze termijn bijvoorbeeld het voorwerp mag gebruiken, verkopen of weggeven.

Er zijn echter twee uitzonderingen op deze termijn van zes maanden:

  • Voor bederfelijke goederen of zaken die snel in waarde dalen, of die gevaarlijk zijn voor de volksgezondheid of veiligheid, mag u direct handelen en hoeft u de zes maanden niet af te wachten.
  • Voor gevonden fietsen geldt een kortere bewaartermijn van drie maanden. Na deze periode mag de vinder over de fiets beschikken.

Als het gevonden voorwerp wordt verkocht, moet de opbrengst ter beschikking blijven van de eigenaar of diens erfgenamen tot de wettelijke termijn is verstreken waarin de eigenaar het voorwerp kan terugvorderen.


Het eigendomsrecht van de oorspronkelijke eigenaar

Ook al mag u na zes maanden over het gevonden voorwerp beschikken, het eigendomsrecht blijft bij de oorspronkelijke eigenaar berusten.

De eigenaar heeft vijf jaar de tijd om het voorwerp terug te vorderen, zelfs als u het al in gebruik heeft genomen. De eigenaar moet daarbij wel de redelijke kosten van bewaring en opsporing vergoeden. Totdat deze kosten zijn betaald, heeft u als vinder een retentierecht, wat betekent dat u het voorwerp mag houden totdat de kosten zijn vergoed.

Als de eigenaar zich na vijf jaar niet kenbaar heeft gemaakt, wordt u definitief eigenaar van het gevonden voorwerp, op voorwaarde dat u alle wettelijke verplichtingen om deze op te sporen bent nagekomen.


Voorwerpen zonder eigenaar

Sommige gevonden voorwerpen hebben geen eigenaar. In dat geval verkrijgt u als vinder onmiddellijk het eigendomsrecht, mits u de verplichtingen bent nagekomen. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren bij zaken die verborgen waren en geen eigenaar hebben.

Als de verborgen zaak in andermans eigendom wordt gevonden, bijvoorbeeld op het terrein van een ander, dan wordt het eigendom gedeeld: de helft gaat naar de vinder en de andere helft naar de eigenaar van het goed waarin de verborgen zaak is gevonden.


Een beloning voor de vinder?

Indien u het gevonden voorwerp niet mag houden omdat de eigenaar zich alsnog meldt, kan u, afhankelijk van de omstandigheden, recht hebben op een redelijke beloning voor uw inspanningen, het vindersloon.

Dit is echter geen recht van de vinder, maar hangt af van de beslissing van de eigenaar.

De informatie via evocaat.be verstrekt is geen juridisch advies over specifieke juridische problemen. Evocaat.be is niet verantwoordelijk of aansprakelijk voor enige schade die veroorzaakt wordt door gebruik van deze informatie. Voor persoonlijk juridisch advies dient u een advocaat te contacteren.

Laatst gewijzigd
11/10/2024
Geschreven door
Thema's
Regio
Posts op evocaat.be
Wetboekartikelen
Burgerlijk Wetboek - Art. 3.58
Burgerlijk Wetboek - Art. 3.59
Burgerlijk Wetboek - Art. 3.60
Print dit artikel

Vind een advocaat binnen dit thema

In het dagelijks leven kan het gebeuren dat u een voorwerp vindt en zich afvraagt: mag ik dit houden als niemand het komt opeisen? Het antwoord op deze vraag is te vinden in het Belgische recht. Het Burgerlijk Wetboek beschrijft in artikel 3.58 tot 3.60 de rechten en plichten van de vinder van een roerende zaak, zoals een verloren telefoon, een sieraad, of een portemonnee.
In dit artikel leggen we stap voor stap uit wat u als vinder moet doen en of u uiteindelijk eigenaar kunt worden van het gevonden voorwerp.


De verplichtingen van de vinder: redelijke pogingen en aangifte

Als u een voorwerp vindt, bent u volgens artikel 3.58 van het Burgerlijk Wetboek verplicht om redelijke pogingen te doen om de eigenaar terug te vinden. Dit betekent dat u actief moet proberen de eigenaar op te sporen. 

Lukt het niet om de eigenaar binnen een redelijke termijn te vinden, dan moet u binnen zeven dagen na de vondst aangifte doen bij een gemeente naar keuze. De gemeente registreert het voorwerp in een speciaal register. Als de eigenaar bekend is, zal de gemeente deze per aangetekende brief uitnodigen om het voorwerp op te halen. Dit moet binnen een maand na de aangifte gebeuren.


Bewaring van het gevonden voorwerp

Als vinder kunt u ervoor kiezen om het gevonden voorwerp zelf te bewaren of dit over te laten aan de gemeente. Of u het nu zelf bewaart of de gemeente dit doet, degene die het voorwerp bewaart, is aansprakelijk voor het behoud ervan. Dit betekent dat u ervoor moet zorgen dat het voorwerp niet beschadigd raakt of verloren gaat.


Wat gebeurt er na zes maanden?

Na zes maanden mag de vinder, of de gemeente die het voorwerp bewaart, over het voorwerp beschikken, mits er te goeder trouw is gehandeld en de eigenaar zich niet heeft gemeld. Dit betekent dat u na deze termijn bijvoorbeeld het voorwerp mag gebruiken, verkopen of weggeven.

Er zijn echter twee uitzonderingen op deze termijn van zes maanden:

  • Voor bederfelijke goederen of zaken die snel in waarde dalen, of die gevaarlijk zijn voor de volksgezondheid of veiligheid, mag u direct handelen en hoeft u de zes maanden niet af te wachten.
  • Voor gevonden fietsen geldt een kortere bewaartermijn van drie maanden. Na deze periode mag de vinder over de fiets beschikken.

Als het gevonden voorwerp wordt verkocht, moet de opbrengst ter beschikking blijven van de eigenaar of diens erfgenamen tot de wettelijke termijn is verstreken waarin de eigenaar het voorwerp kan terugvorderen.


Het eigendomsrecht van de oorspronkelijke eigenaar

Ook al mag u na zes maanden over het gevonden voorwerp beschikken, het eigendomsrecht blijft bij de oorspronkelijke eigenaar berusten.

De eigenaar heeft vijf jaar de tijd om het voorwerp terug te vorderen, zelfs als u het al in gebruik heeft genomen. De eigenaar moet daarbij wel de redelijke kosten van bewaring en opsporing vergoeden. Totdat deze kosten zijn betaald, heeft u als vinder een retentierecht, wat betekent dat u het voorwerp mag houden totdat de kosten zijn vergoed.

Als de eigenaar zich na vijf jaar niet kenbaar heeft gemaakt, wordt u definitief eigenaar van het gevonden voorwerp, op voorwaarde dat u alle wettelijke verplichtingen om deze op te sporen bent nagekomen.


Voorwerpen zonder eigenaar

Sommige gevonden voorwerpen hebben geen eigenaar. In dat geval verkrijgt u als vinder onmiddellijk het eigendomsrecht, mits u de verplichtingen bent nagekomen. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren bij zaken die verborgen waren en geen eigenaar hebben.

Als de verborgen zaak in andermans eigendom wordt gevonden, bijvoorbeeld op het terrein van een ander, dan wordt het eigendom gedeeld: de helft gaat naar de vinder en de andere helft naar de eigenaar van het goed waarin de verborgen zaak is gevonden.


Een beloning voor de vinder?

Indien u het gevonden voorwerp niet mag houden omdat de eigenaar zich alsnog meldt, kan u, afhankelijk van de omstandigheden, recht hebben op een redelijke beloning voor uw inspanningen, het vindersloon.

Dit is echter geen recht van de vinder, maar hangt af van de beslissing van de eigenaar.

De informatie via evocaat.be verstrekt is geen juridisch advies over specifieke juridische problemen. Evocaat.be is niet verantwoordelijk of aansprakelijk voor enige schade die veroorzaakt wordt door gebruik van deze informatie. Voor persoonlijk juridisch advies dient u een advocaat te contacteren.

Laatst gewijzigd
11/10/2024
Geschreven door
Evocaat - Juridisch

Achter de schermen zijn wij druk aan het werk om dit platform te optimaliseren!

Wist u dat ons platform voortdurend in opbouw is? Zo kunnen wij u continu ondersteunen met actuele informatie!