De uithandengeving van een minderjarige

Wanneer een jongere, tussen de 16 en 18 jaar oud, een strafbaar feit pleegt, kan deze uit handen worden gegeven door de jeugdrechter.

Wat is uithandengeving?

In principe is de jeugdrechtbank de bevoegde rechtbank om te oordelen over de schuld van een minderjarige. De jeugdrechtbank kan een minderjarige maatregelen opleggen zodat deze beschermd wordt en diens leven zal beteren.

Wanneer de jeugdrechter van mening is dat diens maatregelen onvoldoende zijn om de minderjarige te helpen, kan deze besluiten om de minderjarige uit handen te geven.

‘Uithandengeving van een minderjarige’ betekent dat de minderjarige niet meer terecht zal staan voor de jeugdrechter na het plegen van een strafbaar feit. De jeugdrechter geeft de minderjarige uit handen waarna deze doorverwezen zal worden naar een strafrechtbank. In de bevoegde strafrechtbank zal de minderjarige behandeld worden als een meerderjarige en loopt deze het risico op sancties uit het strafwetboek.

Waarom wordt een minderjarige uit handen gegeven?

Een minderjarige kan uit handen worden gegeven omwille van verschillende uiteenlopende redenen. Dit kan het geval zijn omdat:

• De minderjarige de opgelegde maatregelen van de jeugdrechtbank weigert te volgen;
• Er voordien reeds beschermingsmaatregelen werden genomen die geen impact hadden op de levensstijl van de minderjarige;
• De minderjarige zeer ernstige feiten heeft gepleegd.

Wie beslist er over de uithandengeving van een minderjarige?

Of de jongere uit handen wordt gegeven, is afhankelijk van het advies van deskundigen aan de jeugdrechter. De jeugdrechter zal na het maatschappelijk en medisch-psychologisch onderzoek uitspraak doen over het nut van beschermingsmaatregelen. Blijkt uit de beslissing van de jeugdrechter dat beschermingsmaatregelen opleggen zinloos is, dan zal de minderjarige uit handen worden gegeven en doorverwezen worden naar de correctionele rechtbank of het hof van assisen.