Wanneer kunnen huurders uit de huurwoning worden gezet?

Het uitzetten van een huurder is een zware stap die verhuurders vaak als laatste redmiddel zien. Hoewel een goede relatie tussen verhuurder en huurder de voorkeur heeft, zijn er situaties waarin uitzetting onvermijdelijk is.

Evocaat legt u uit wanneer en hoe een huurder kan worden uitgezet, inclusief de vereiste juridische procedures en overwegingen.

Wanneer kan een huurder worden uitgezet?

Het is aan de verhuurder om te beslissen of een huurder uit de woning moet worden gezet, gebaseerd op redenen die zwaarwichtig genoeg worden geacht.

Dit kan variëren van huurachterstand tot ernstige nalatigheid in het onderhoud van de woning, schending van de huurovereenkomst of het gebruik van de woning voor illegale activiteiten.

Juridische procedure tot uithuiszetting

Een uithuiszetting moet verplicht via een juridische procedure verlopen, waarbij alleen de vrederechter bevoegd is om een uitzetting uit te spreken. In eerste instantie kunnen huurder en verhuurder proberen te bemiddelen zonder tussenkomst van de rechtbank, maar als dit niet slaagt, is de vrederechter de enige optie.

Om de procedure te starten, moet de verhuurder een rechtsgeding aanspannen door de huurder te dagvaarden of een verzoekschrift in te dienen bij de rechtbank. De vordering tot uitzetting kan ook worden ingeleid door vrijwillige verschijning van huurder en verhuurder, waarna een rechtszitting wordt gepland.

Tijdens de zitting zal de rechter eerst proberen de partijen te verzoenen. Als dit niet lukt of als een van de partijen verstek laat gaan, wordt de zaak inhoudelijk behandeld. De rechter zal de argumenten van beide partijen zorgvuldig overwegen alvorens een vonnis uit te spreken.

Effectuering van de uithuiszetting

Als de rechter besluit tot uitzetting, wordt het vonnis aan de huurder betekend door een gerechtsdeurwaarder. De huurder wordt op de hoogte gebracht dat achtergebleven goederen na de termijn van uitzetting op kosten van de huurder op de openbare weg worden geplaatst.

Volgens de wet moet er minstens één maand verstrijken tussen de betekening van het vonnis en de effectieve uithuiszetting. De deurwaarder moet de huurder minstens zeven kalenderdagen van tevoren op de hoogte brengen van de exacte datum van uitzetting.