Familie kan elkaar niet vervolgen voor diefstal
-big.png)
Diefstal is een strafbaar feit en wordt in de meeste gevallen streng bestraft. Toch maakt de wet in bepaalde situaties een uitzondering wanneer het gaat om familieleden.
Volgens artikel 462 van het Strafwetboek kunnen bepaalde familieleden niet strafrechtelijk vervolgd worden voor diefstal binnen de familie.
Waarom bestaat deze uitzondering? Voor wie geldt deze regel precies? En zijn er situaties waarin deze bescherming niet opgaat?
Wat zegt artikel 462 van het Strafwetboek?
Artikel 462 van het Strafwetboek bepaalt dat diefstallen tussen bepaalde familieleden niet strafrechtelijk vervolgd kunnen worden. Dit betekent dat, als een familielid een ander familielid berooft, dit niet automatisch tot een strafrechtelijke zaak leidt.
Wel kan het slachtoffer een burgerrechtelijke vergoeding eisen, maar er vindt geen strafrechtelijke vervolging plaats.
Concreet stelt artikel 462 dat diefstal niet strafbaar is wanneer deze wordt gepleegd door:
- Een echtgenoot ten nadele van zijn of haar partner.
- Een weduwnaar of weduwe ten aanzien van goederen die toebehoorden aan de overleden echtgenoot.
- Afstammelingen (bijvoorbeeld kinderen of kleinkinderen) ten nadele van hun ouders of grootouders.
- Ouders of grootouders ten nadele van hun kinderen of kleinkinderen.
- Aanverwanten in dezelfde graden (bijvoorbeeld schoonfamilie binnen dezelfde generaties).
Waarom bestaat deze wettelijke bescherming?
De wet biedt bescherming bij diefstal binnen families om drie belangrijke redenen.
Ten eerste wil de wet familiebanden beschermen, omdat strafrechtelijke procedures deze onherstelbaar kunnen beschadigen.
Daarnaast wordt binnen gezinnen eigendom vaak gedeeld, waardoor sommige conflicten eerder om eigendomsverhoudingen gaan dan om criminele intenties.
Tot slot ziet de wet familiale conflicten als privékwesties die beter onderling of civielrechtelijk opgelost kunnen worden, in plaats van via het strafrecht dat zich richt op misdrijven met bredere maatschappelijke impact.
Wanneer geldt deze uitzondering niet?
Hoewel artikel 462 een ruime bescherming biedt, zijn er belangrijke uitzonderingen waarbij de wet de bescherming opheft:
1. Diefstal van kwetsbare personen
Als de diefstal is gepleegd ten nadele van een kwetsbaar familielid, zoals:
- Een bejaarde ouder die door ouderdom niet meer voor zichzelf kan opkomen.
- Een zwangere vrouw.
- Een familielid dat lijdt aan een ernstige ziekte of lichamelijke/mentale beperking.
In zulke gevallen kan de dader wél strafrechtelijk vervolgd worden.
2. Deelname van derden aan de diefstal
Als een niet-familielid meedoet aan de diefstal of de gestolen goederen bezit, dan vervalt de bescherming en kan iedereen, inclusief het betrokken familielid, strafrechtelijk vervolgd worden.
3. Diefstal met geweld of intimidatie
Als de diefstal gepaard gaat met geweld, bedreiging of afpersing, kan het misdrijf alsnog strafrechtelijk worden vervolgd.
Wat zijn de gevolgen voor het slachtoffer?
Hoewel de dader in deze gevallen niet strafrechtelijk vervolgd kan worden, betekent dit niet dat het slachtoffer zonder bescherming staat.
De gedupeerde familielid kan nog steeds een burgerlijke vordering instellen om compensatie te eisen.
Dit kan betekenen dat:
- De gestolen goederen worden teruggegeven.
- Er een schadevergoeding wordt betaald.
De informatie via evocaat.be verstrekt is geen juridisch advies over specifieke juridische problemen. Evocaat.be is niet verantwoordelijk of aansprakelijk voor enige schade die veroorzaakt wordt door gebruik van deze informatie. Voor persoonlijk juridisch advies dient u een advocaat te contacteren.