Mijn kind veroorzaakt schade terwijl het niet onder mijn gezag staat, wie is aansprakelijk?

Uw dochter is uitgenodigd voor een verjaardagsfeestje en krijgt de gelegenheid om deel te nemen aan een uitgebreide fietsspeurtocht, onder begeleiding van de ouders van het jarige klasgenootje.

Tijdens deze fietstocht komt uw dochter helaas ten val, waarbij ze onbedoeld in aanraking komt met een geparkeerde auto, wat resulteert in aanzienlijke krassen en deuken aan de voorbumper van het voertuig.

Wie is aansprakelijk voor deze schade en welke familiale verzekering zal moeten tussenkomen?

Ouderlijke aansprakelijkheid

Meer informatie over de aansprakelijkheid van ouders leest u hier.

Art. 1384 Oud Burgerlijk Wetboek uitgelegd

Het Belgisch Burgerlijk Wetboek bevat bepalingen met betrekking tot aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt door de daden van anderen.

Artikel 1384 van het oud Burgerlijk Wetboek is een cruciale bepaling die de aansprakelijkheid regelt voor schade die wordt veroorzaakt door de daden van personen voor wie men moet instaan of van zaken die men onder zijn bewaring heeft.

Artikel 1384 Oud BW:

Men is aansprakelijk niet alleen voor de schade welke men veroorzaakt door zijn eigen daad maar ook voor die welke veroorzaakt wordt door de daad van personen voor wie men moet instaan, of van zaken die men onder zijn bewaring heeft.
De vader en de moeder zijn aansprakelijk voor de schade veroorzaakt door hun minderjarige kinderen.
De meesters en zij die anderen aanstellen, voor de schade door hun dienstboden en aangestelden veroorzaakt in de bediening waartoe zij hen gebezigd hebben.
De onderwijzers en de ambachtslieden, voor de schade door hun leerlingen en leerjongens veroorzaakt gedurende de tijd dat deze onder hun toezicht staan.
De hierboven geregelde aansprakelijkheid houdt op, indien de ouders, onderwijzers en ambachtslieden bewijzen dat zij de daad welke tot die aansprakelijkheid aanleiding geeft, niet hebben kunnen beletten.

Een persoon in dus aansprakelijk voor diens eigen daden, maar ook voor de daden van personen voor wie men moet instaan of zaken die men onder zijn bewaring heeft.

Dit betekent dat in beginsel de ouders aansprakelijk zijn voor de schade en handelingen die hun minderjarige kinderen veroorzaken.

Wanneer kinderen onder toezicht staan van een bekwame, meerderjarige derde partij, kan deze aansprakelijkheid verschoven worden van de ouders naar die derde, behalve als kan worden aangetoond dat zij geen ernstige nalatigheid hebben begaan en niet in staat waren de handeling te voorkomen die tot aansprakelijkheid heeft geleid.

Indien de derde partij, die toezicht hield, niet aansprakelijk kan worden gesteld, worden de ouders beschouwd als verantwoordelijk voor de acties van hun kinderen. Uiteraard is deze situatie sterk afhankelijk van de specifieke feiten en omstandigheden.

Hoe zit het met de verzekering?

In de meeste gevallen zal de familiale verzekering van de ouders dekking bieden voor gevallen waarin schade wordt veroorzaakt door hun minderjarige kinderen. Deze verzekering dekt de buitencontractuele aansprakelijkheid van de verzekerde buiten hun beroepsactiviteit, zoals bepaald in de artikelen 1382 tot en met 1386bis van het Burgerlijk Wetboek.

• Wanneer een kind schade veroorzaakt waarvoor de ouders aansprakelijk zijn, zal de familiale verzekering van de ouders tussenkomen.
• Wanneer een derde partij aansprakelijk is voor de schade die het kind heeft veroorzaakt, rust de verplichting om de schade te vergoeden op die derde partij.

Het is belangrijk op te merken dat de familiale verzekering alleen dekking biedt voor personen die in de woning van de verzekerde verblijven en deel uitmaken van zijn gezin (in ruime zin). Daarom zal een familiale verzekering niet voorzien in schade veroorzaakt door kinderen die niet tot het gezin van de verzekerde behoren.

In dergelijke gevallen zal de derde partij zelf de schade moeten vergoeden, maar dit is afhankelijk van het bewijs van aansprakelijkheid, wat meestal een complexe kwestie is om vast te stellen.